zondag 18 januari 2009

Documentaires: Sand and Sorrow

Sand and Sorrow werd uitgebracht op 8 november 2007. De Amerikaanse productie is van de hand van Paul Friedman die eerder de film Rwanda – Do Scars Ever Fade? over de genocide in Rwanda maakte. George Clooney, die al jaren probeert het conflict onder de aandacht te brengen, leende zijn stem aan Sand and Sorrow en was coproducent. De documentaire moet kennis over het conflict verspreiden en mensen aanzetten actie te ondernemen. De camera is voornamelijk gericht op John Prendergast, Samantha Power en Nicholas Kristof. Het was Kristof die op 24 maart 2004 in zijn column voor de New York Times voor het eerst in een massamedium repte over de misstanden in Sudan. Hij was ook degene die door Brian Steidle (de hoofdpersoon uit The Devil came on Horseback) benaderd werd en zijn foto’s publiceerde. Kristof wijst in de documentaire de media aan als schuldige voor de aflatende interesse in Darfur:

The real failure has been television. ABC News had a total of eigtteen minutes over the Darfur genocide in it’s nightly review casts all last year [2004]. NBC had only five minutes, and CBS only three minutes.

In Sand and Sorrow wordt, net als in The Devil came on Horseback, kritiek geuit op de manier waarop in de media is bericht over Darfur. In de documentaire is op twee niveaus sprake van kritische interventie: het onderwerp van de documentaire bleef eerder in de media onderbelicht, en deze mediastilte wordt in Sand and Sorrow bekritiseerd.



Maar niet alleen de media was stil. In de politiek gebeurt tot op de dag van vandaag weinig om de genocide in Darfur te stoppen. Nadat president George Bush op 9 september 2004 verklaarde dat er in Darfur sprake was van genocide kwam er slechts humanitaire hulp op gang, niet de militaire hulp waar de inwoners van Darfur op hoopten. Samantha Power en John Prendergast zetten in Sand and Sorrow als experts op het gebied uiteen waarom de Amerikaanse overheid en de internationale gemeenschap geen actie ondernemen in Darfur. Zij benadrukken dat alleen druk vanuit de bevolking tot militair ingrijpen kan leiden.



Om dat te bereiken, moeten burgers van de Verenigde Staten wel weten wat er gaande is. Sand and Sorrow opent met een woordvoerder van de Sudanese regering die beweert dat er geen sprake van genocide en stelselmatige verkrachting is in Sudan; het is ‘slechts’ een burgeroorlog. Op deze uitspraak volgen beelden van brandende dorpen en van slachtofers die geëmotioneerd hun verhaal doen. De schokkende foto’s van Steidle worden getoond begeleid door vioolmuziek. De documentaire doet wat van het medium verwacht wordt: het toont de werkelijkheid en benadrukt de dramatische situatie, de toeschouwers mogen zelf conclusies trekken.

In de documentaire is veel bronnenmateriaal gebruikt van de genocide in Rwanda. Freedman toont beelden van de gruwelen van 1994 hij laat het leed en verdriet zien dat nog steeds gemoeid gaat met de volkerenmoord van toen. De vergelijking tussen Darfur en Rwanda ligt om meerdere redenen voor de hand. Beide genociden spelen zich in een tijdsbestek van tien jaar af in Afrika en zowel in Darfur als Rwanda had de overheid een groot aandeel in de moordpartijen door moordende milities ( respectievelijk de Janjaweed en de Interahamwe) te ondersteunen.



Maar Freedman deinst er niet voor terug ook minder nauw aan Darfur verwante voorbeelden van genocide aan te halen. Zo gebruikt hij beelden van de Holocaust en van Srebrenica. Het ‘Never Again’ dat toen en na elke volgende genocide luidkeels is geroepen, blijkt een lege huls. Want het gebeurt steeds opnieuw. Om duidelijk te maken dat het wéér onder onze ogen gebeurt terwijl we niets doen wordt een sterk visueel middel ingezet. Gedurende enige seconden wordt de beeltenis van Hitler afgewisseld met die van de president van Sudan, Omar al-Bashir. Met deze montage wordt de kijker op nogal expliciete wijze gewezen op de overeenkomsten tussen beide figuren.




De beelden van de Holocaust die voorkomen in Sand and Sorrow maken deel uit van het cultureel geheugen. Stapels lijken, uitgemergelde gevangenen, ‘Arbeit macht Frei’, Hitler: de beelden staan gebrand op ons netvlies. Door Darfur in één adem te noemen met de Holocaust fungeert het cultureel geheugen als kapstok. Kennis van de holocaust wordt gebruikt om de ernst van de situatie in Darfur te duiden. De maker van de film weet dat de Holocaust het grootste Europese trauma is, en dat het door velen als onvergelijkbaar met enige andere tragedie wordt bestempeld. De Holocaust is zwaar geschut: het inzetten als vergelijkingsmateriaal is alleen geoorloofd in extreme gevallen. Een geval als Darfur, zo moet de toeschouwer concluderen. Door Darfur onderdeel te maken van de geschiedenis van genocide kunnen mensen de situatie niet alleen goed plaatsen, het is ook een hulpmiddel om Darfur naast andere genociden te herinneren. Er wordt eigenlijk al een plekje voor Darfur ingeruimd in het culturele geheugen. Misschien wat voorbarig om al te denken aan het herinneren van een gebeurtenis wanneer die gebeurtenis nog niet afgerond is. Maar Darfur is in het verleden al in de vergetelheid geraakt, het mag in de toekomst niet weer gebeuren.

Documentaires: Inleiding
Documentaires: The Devil Came on Horseback
Documentaires: Conclusie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten