dinsdag 13 januari 2009

Fotografie: Darfur/Darfur


Het was de foto die Brian Steidle maakte van baby Mihad die architecte en curator Leslie Thomas vanaf het moment dat ze hem zag, bleef achtervolgen. Terwijl ze haar eigen baby in haar armen had kwam het beeld hard bij haar aan. Het was deze foto die haar aanspoorde niet langer toe te kijken maar zich in te zetten voor de crisis in Darfur. (Vanity Fair) Ze boorde haar netwerk aan en stelde zo een team van belangrijke hedendaagse fotojournalisten samen: Paolo Pellegrin, Lynsey Addario, Mark Brecke, Helene Caux, Ron Haviv, James Nachtwey, Ryan Spencer Reed, Brian Steidle, and Michal Ronnen Safdie, fotografen die allemaal afzonderlijk werk hadden gemaakt in Darfur. Op basis van hun werk stelde Thomas de tentoonstelling Darfur/Darfur samen. Een reizende tentoonstelling van digitaal geprojecteerde foto’s die visuele educatie geven over de crisis die zich er afspeelt maar ook over de cultuur en de mensen die er leven. Beelden van het drama worden afgewisseld met intieme portretten die laten zien dat de Darfuri meer zijn dan enkel de schokkende cijfers die in het nieuws naar voren komen. De eerste reis van tentoonstelling begon in november 2006 en vandaag de dag is de tentoonstelling nog steeds onderweg. Ten tijde van het mediaoffensief Tot Zover Darfur, in november 2007, was de reizende expositie in Nederland. De foto’s tonen wapens, militante strijders, maar ook de vluchtelingenkampen en het ‘normale’ leven van de Darfuri, voor zover daar sprake van is. Kleurenfoto’s en zwart-wit foto’s wisselen elkaar af. In de tentoonstelling zijn ook foto’s van Brian Steidle opgenomen. In deze context wordt hij ook genoemd als voormalig marinier, tussen gerenommeerde fotojournalisten als James Nachtwey van fotoagentschap VII (‘seven”) en Paolo Pellegrin van Magnum. De foto’s van Steidle die zijn opgenomen in de expositie zijn overigens niet zijn meest schokkende foto’s.

Rik Suermondt schrijft dat de fotojournalistiek zich bezig houdt met het optekenen, beschrijven en interpreteren van de werkelijkheid. Fotojournalisten richten zich op de werkelijkheid en in het bijzonder op de plaats van de mens in die werkelijkheid. Suermondt geeft het belangrijkste punt al aan – fotojournalisten, zoals de fotografen van Darfur/Darfur, geven de werkelijkheid weer, maar wel hun persoonlijke visie op die werkelijkheid. De volgende voorbeelden illustreren dit: de beelden zijn nauwkeurig uitgelicht, de composities zijn weloverwogen, er zijn bewuste keuzes gemaakt voor zwart-wit of kleur. Hoewel het over hetzelfde onderwerp gaat, is het verschil met de foto’s van Steidle enorm. In Darfur/Darfur wordt de kijker meer indirect geconfronteerd met de crisis. Geen verminkte lichamen, maar een close-up van een individu in tranen, een schooltje, het dagelijkse leven in een vluchtelingenkamp, gewapende strijders voor een stralend blauwe hemel. Maar ook de stilistische en haarscherpe foto’s van Haviv en de onscherpe, sferische zwart/wit foto’s van Pellegrin. Foto’s die op totaal andere wijze de crisis proberen te visualiseren.




Darfur door de ogen van Ron Haviv




Darfur door de ogen van Paolo Pellegrin

Niet alleen de foto’s op zichzelf maar ook de presentatie van de foto’s speelt een belangrijke rol in het bereiken van het publiek. De foto’s worden digitaal geprojecteerd op grote schermen op drukbezochte locaties in wereldsteden (zie afbeeldingen hieronder) en voorzien van passende muziek. Net als de satellietfoto’s van Eyes on Darfur, kunnen de foto’s van Darfur/Darfur niet los worden gezien van hun context in de vorm van een indrukwekkende expositie in de buitenlucht. De kijker ondergaat de tentoonstelling, er is sprake van passieve immersie. De kijker wordt in de publieke sfeer, veelal op drukbezochte pleinen in de stad, opgenomen in de tentoonstelling, hij wordt als het ware ondergedompeld zonder daar iets voor te hoeven doen. De kijker is tijdens zijn wandeling door de stad plots onderdeel van de expositie en wordt geconfronteerd met uiteenlopende beelden over Darfur. In Rotterdam werd de immersie van het publiek nog versterkt doordat er op het plein bij de schouwburg een leeg vluchtelingenkamp met brandende vuurtjes was neergezet waar de toevallige voorbijgangers doorheen konden lopen. De tentoonstelling is in zeker zin een spektakel om zo de nietsvermoedende voorbijganger te prikkelen. Volgens Guy Debord leven we in een "society of the spectacle" oftewel een spektakelmaatschappij. Onze samenleving is doordrongen van media en consumptie en focust zich op de productie en consumptie van beelden, goederen en evenementen. (Kellner 2005: 24) Kern van de gedachte is dat we de wereld niet langer in werkelijkheid ervaren, maar enkel in gemedieerde vorm, dus door middel van nieuws, televisie, film, foto’s, internet etc. Alles wat we weten over Darfur weten we door media, we waren er zelf niet bij.

Darfur/Darfur als tentoonstelling is te beschouwen als een vorm van infotainment, met een sterk educatief doel; de wereldbevolking informeren over de crisis in Darfur, de mensen en hun cultuur. Men wil de crisis dichter bij de kijker brengen door middel van esthetische beelden in plaats van schokkende en confronterende foto’s van de genocide. De foto’s die onderdeel uitmaken van Darfur/Darfur tonen sterk de handtekening van de fotograaf. De foto’s zijn geen neutrale registratie van gebeurtenissen, maar persoonlijke interpretaties, vastgelegd in de eigen stijl van elke fotograaf. Van de camera als objectief registrerend apparaat is hier geen sprake, elke fotograaf gebruikt de camera om zijn eigen persoonlijke visie op de realiteit in Darfur te geven.




Impressie van Darfur/Darfur op locatie: van boven naar beneden Parijs, Berlijn en Rotterdam

Lees hier verder: Conclusie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten